Raad van State: verhuurder moet controles uitvoeren ter voorkoming van een hennepkwekerij

De burgemeester van Valkenburg aan de Geul sluit de begane grond van een pand op grond van artikel 13b Opiumwet, omdat daar een hennepkwekerij met 568 hennepplanten door de politie is aangetroffen. De appellant in deze zaak is de verhuurder van het pand en stelt dat hem geen verwijt kan worden gemaakt van de hennepkwekerij. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester bevoegd was om het pand te sluiten, maar geen juiste belangenafweging heeft gemaakt. De burgemeester had namelijk niet meegewogen dat volgens de appellant verwijtbaarheid ontbreekt. De rechtbank vernietigt daarom het besluit van de burgemeester, maar laat de rechtsgevolgen van het besluit in stand. Tegen deze uitspraak gaat appellant in hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State

De Afdeling overweegt dat van de verhuurder van een pand wordt verwacht dat hij zich informeert over het gebruik van dat pand. De verhuurder moet controles uitvoeren, waarbij het enkele bezoek van het pand onvoldoende is. De verhuurder stelt dat hij het pand regelmatig bezoekt en navraag doet bij de buren. Daarnaast heeft de energiemaatschappij van de verhuurder onderhoud gepleegd aan de meterkast en heeft de telecommaatschappij kabels aangelegd in het pand. Dit alles is gebeurd kort voor de vondst van de hennepkwekerij. Volgens de Afdeling heeft de verhuurder deze stellingen onvoldoende aannemelijk gemaakt. De enkele stelling van de verhuurder dat er wel sprake is geweest van controle is onvoldoende. Hierdoor is er niet sprake van een bijzondere omstandigheid en heeft de rechtbank terecht overwogen dat de burgemeester het pand in redelijkheid kon sluiten.

Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State 19 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:489