Caféhouder met dwangsom aangepakt na overtreden APV sluitingstijden

De burgemeester van Deventer legt een caféhouder een last onder dwangsom op. Hij moet voortaan zijn café gesloten hebben voor bezoekers tussen 01.00 en 07.00 uur. De exploitant van het café heeft zich daar eerder niet aangehouden. De ABRvS overweegt over de last onder dwangsom:

2.10.1. De Afdeling overweegt dat uit de drie op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal volgt dat de verbalisanten hebben geconstateerd dat [horecabedrijf] op 25 april 2010, 11 juli 2010 en 29 augustus 2010 na sluitingstijd was geopend. De verbalisanten hebben geconstateerd dat de rolluiken niet waren gesloten, dat op alle drie de data meerdere personen aanwezig waren voorzien van glazen en flessen drank en dat deze personen richting de uitgang liepen, nadat zij de verbalisanten hadden gezien. Op grond van deze waarnemingen hebben de verbalisanten geconstateerd dat [horecabedrijf] op de genoemde data na 01.00 uur geopend en in bedrijf was, zodat [appellant] in strijd met artikel 2.3.1.6, eerste lid, aanhef en onder a, van de Apv handelde. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat de burgemeester niet mocht uitgaan van de juistheid van de inhoud van de processen-verbaal en ten onrechte is overgegaan tot het invorderen van de verbeurde dwangsommen. Daarbij wordt overwogen dat de genoemde Apv-bepaling is overtreden omdat er bezoekers aanwezig waren, niet omdat schoonmaakwerkzaamheden zouden worden verricht. De vraag of in gelijke gevallen op dezelfde wijze wordt gehandhaafd is niet aan de orde in de procedure tegen invorderingsbeschikkingen. Niet aannemelijk is gemaakt dat niet consequent wordt ingevorderd in geval van verbeurte van dwangsommen.

Zie LJN: BU3115.