Overtreding van Tijdelijk Huisverbod strafbaar en leidt tot celstraf

Een man overtreedt een Tijdelijk Huisverbod. De burgemeester heeft dit verbod opgelegd wegens huiselijk geweld. De Rechtbank Groningen legt de man mede vanwege de overtreding van art. 11 Wet Tijdelijk Huisverbod een celstraf van acht maanden op.

Zie LJN: BQ2035.

In een andere zaak overweegt het Hof Amsterdam over het Tijdelijk huisverbod:

Het door de advocaat-generaal, als onderdeel van de onderbouwing van haar standpunt, genoemde arrest van het Gerechtshof Arnhem van 30 augustus 2010, LJN BN 65873, hiervoor gedeeltelijk geciteerd, geeft het hof nog aanleiding tot een enkele opmerking, gelet op het voorgaande ten overvloede.
In dat arrest betoogt het hof Arnhem dat het strafbaar stellen van overtreding van artikel 9 van de Wet tijdelijk huisverbod op een kennelijke vergissing berust van de wetgever omdat artikel 9 anders dan artikel 2, geen gedraging bevat.
Het hof (Amsterdam) onderschrijft dat standpunt niet.
De gedraging in de artikelen 2 en 9 behelst in beide gevallen een “gedraging” van de burgemeester: het opleggen (artikel 2) dan wel verlengen (artikel 9) van een tijdelijk huisverbod. Maar de – hier relevante – gedraging van de verdachte is in beide gevallen gelegen in het overtreden van het huisverbod, in geval van artikel 9 (mede) in het overtreden van het verlengde huisverbod. Deze gedraging wordt niet in de artikelen 2 en 9 genoemd en strafbaar gesteld, maar in artikel 11 van de Wet tijdelijk huisverbod. Dat artikel 9 geen gedraging (van de verdachte) bevat, past in het wettelijke systeem. De artikelen 2, 9 en 11 van de Wet tijdelijk huisverbod hebben daarmee elk hun eigen zelfstandige betekenis.

Zie LJN: BQ1716

Zie ook LJN: BQ1534