Voetbalwet (art. 172a Gemeentewet) onrechtmatig ingezet bij aanpak overlastveroorzakende familie

De burgemeester van Brunssum legt op grond van art. 172a Gemeentewet verschillende mensen een gebiedsverbod op. Er is sprake van ernstige verstoorde persoonlijke verhoudingen tussen deze mensen en hun voormalige buurman. Zij hebben de openbare orde meerdere malen verstoord, volgens de burgemeester. De voorzieningenrechter acht onvoldoende aangetoond dat de openbare orde ernstig is verstoord en wijst het verzoek tot voorlopige voorziening toe.

De rechter overweegt:

Met toepassing van artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb heeft de voorzieningenrechter kennis genomen van de politiemutaties. De voorzieningenrechter is met verweerder van oordeel dat hieruit voldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van een ernstig verstoorde persoonlijke verhouding tussen verzoekers en hun voormalige buurman. Verweerder heeft echter naar dezerzijds oordeel niet – althans niet zonder nadere motivering – aannemelijk mogen achten dat verzoeker [P.V.] zelf individueel dan wel samen met de andere verzoekers de openbare orde herhaaldelijk heeft verstoord als bedoeld in artikel 172a van de Gemeentewet. Nog daargelaten de vraag of het onderhavige, weliswaar zeer uit de hand gelopen, burengeschil in dit geval een verstoring van de openbare orde met zich heeft meegebracht, blijkt uit het besluit niet om welke (concrete) gedragingen het in dezen zou gaan. Hiervoor bieden de politiemutaties op zichzelf, zonder een nadere motivering van verweerder, vooralsnog evenmin voldoende aanknopingspunten. Uit voormelde politiemutaties is namelijk op te maken dat sprake is geweest van een veelvoud aan meldingen bij de politie ter zake voorvallen op de [adres], doch is niet zonder meer duidelijk welke precieze (verstorende) rol verzoeker [P.V.] of zijn gezinsleden daarbij zouden hebben vervuld.

De voorzieningenrechter overweegt voorts dat uit het besluit evenmin blijkt op basis waarvan verweerder tot de conclusie is gekomen dat sprake is van een ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde. In dat kader acht de voorzieningenrechter van belang dat uit de Memorie van Toelichting volgt dat deze vrees aanwijsbaar moet zijn; dat wil zeggen dat zij moet blijken uit concrete aanwijzingen. Het feit dat deze persoon in het verleden betrokken is geweest bij ernstige ordeverstoringen, kan zo’n concrete aanwijzing zijn (Kamerstukken II, 31 467, nr. 3, p. 6). Mede in het licht bezien van hetgeen hiervoor is overwogen, is de voorzieningenrechter van oordeel dat verweerder in het besluit onvoldoende duidelijk heeft gemaakt welke concrete aanwijzingen er zijn, zodat het besluit in dat verband eveneens onvoldoende is gemotiveerd. De voorzieningenrechter neemt daarbij in aanmerking, dat uit het besluit blijkt dat kennelijk is overgegaan tot herhuisvesting van een van de betrokken partijen. Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat het in dezen de voormalige buurman van verzoekers betreft. Verweerder heeft geen concrete feiten of omstandigheden genoemd waaruit desondanks de ernstige vrees bestaat voor verdere verstoring van de openbare orde zijdens verzoekers. Anders dan verweerder ter zitting heeft gesteld, volstaat in dit kader niet dat het gebiedsverbod eveneens dient ter bescherming van verzoekers zelf. Artikel 172a, eerste lid, van de Gemeentewet heeft immers duidelijk betrekking op personen die de openbare orde hebben verstoord, waarbij de ernstige vrees bestaat dat zij deze verstoring zullen voortzetten. Het enkele feit dat de mogelijkheid bestaat dat anderen (bijvoorbeeld de voormalige buurman van verzoekers) verstorend gedrag zullen vertonen en dat verzoekers aldus daarvoor beschermd dienen te worden, kan op zichzelf geen grondslag bieden om aan laatstgenoemden een bevel als bedoeld in voornoemde bepaling te geven.

Zie LJN: BX0092.

Zie over de toepassing van art. 172a Gemeentewet. LJN: BX4512. De rechter acht de toepassing van art. 172a Gemeentewet (Voetbalwet) ook in deze zaak onrechtmatig. Het besluit is onvoldoende gemotiveerd.

In LJN:BX4292 wordt de toepassing van art. 172a Gemeentewet wel rechtmatig geacht. Een overlastveroorzaker krijgt een gebiedsverbod opgelegd.