Buitengerechtelijke ontbinding rechtsgeldig (Wet Victor)

De burgemeester sluit een huurwoning op grond van art. 13b Opiumwet. De verhuurder ontbindt de huurovereenkomst vervolgens op grond van art. 7:231 lid 2 BW zonder tussenkomst van de rechter. De kantonrechter acht dat rechtsgeldig. Wel opvallend:

“4.6. [eiseres] vordert ontruiming van het gehuurde binnen drie dagen na betekening van het vonnis. [gedaagde] is als gevolg van de ontbinding gehouden het gehuurde te ontruimen. Thans is het gehuurde echter gesloten en woont [gedaagde] niet meer op dit adres. Er is niet gesteld of gebleken dat er na de sluiting van de woning nog eigendommen van [gedaagde] in de woning aanwezig zijn. Indien dit het geval is, zou [gedaagde] echter als gevolg van de sluiting van de woning deze niet kunnen ontruimen. Het zou voor [gedaagde] dus onmogelijk zijn om aan een veroordeling tot ontruiming te voldoen. Dit deel van de vordering zal daarom worden afgewezen.”

Zie LJN: BP4555.