Burgemeester sluit snackbar terecht op basis van artikel 13b Opiumwet

In een snackbar in Rotterdam wordt drugs aangetroffen. De burgemeester van Rotterdam sluit de snackbar op grond van art. 13b Opiumwet. De exploitant van de coffeeshop stelt dat dit onrechtmatig is, aangezien geen handelshoeveelheid drugs zijn aangetroffen.

De Afdeling stelt:

 2.4. Niet in geschil is dat de burgemeester vanwege de op 11 september 2009 in en boven de inrichting aangetroffen hoeveelheid drugs op basis van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de bevoegdheid toekwam om de sluiting van de inrichting te bevelen. Voor gebruikmaking van die bevoegdheid, zoals de rechtbank met juistheid heeft overwogen, is niet vereist dat aangetoond wordt dat daadwerkelijk vanuit de inrichting verkoop of handel heeft plaatsgevonden.

Volgens het Handhavingsarrangement wordt door de burgemeester bij de aanwezigheid van een handelshoeveelheid of van handel in verdovende middelen in voorkomend geval de tijdelijke sluiting bevolen van de betrokken inrichting. Onder handelshoeveelheid wordt volgens het Handhavingsarrangement verstaan een hoeveelheid soft- of harddrugs die een gebruikershoeveelheid overschrijdt en bestemd is voor handel en verkoop. Het begrip handelshoeveelheid is in het beleid niet nader uitgewerkt. De daarin opgenomen aanwijzingen voor handel in drugs hebben daarop geen betrekking, zodat, anders dan [appellant] betoogt, uit het beleid niet kan worden afgeleid dat de in de inrichting aangetroffen verdovende middelen niet kunnen worden aangemerkt als handelshoeveelheid, zoals hiervoor bedoeld, indien niet aannemelijk is gemaakt dat in of vanuit de inrichting ook daadwerkelijk is gehandeld in drugs. Zoals de burgemeester heeft gesteld, volgt hij ten aanzien van de uitleg van het begrip handelshoeveelheid het beleid van het Openbaar Ministerie waarin een aangetroffen hoeveelheid van meer dan 0,5 g cocaïne of heroïne en een hoeveelheid van meer dan 5 g aan hennepproducten als zodanig worden aangemerkt. De Afdeling is van oordeel dat deze door de burgemeester gevolgde uitleg niet afwijkt van het begrip handelshoeveelheid als bedoeld in het Handhavingsarrangement. Gelet hierop is de op 11 september 2009 in en boven de inrichting aangetroffen hoeveelheid drugs die tot het bevel heeft geleid, een handelshoeveelheid als bedoeld in het Handhavingsarrangement. Sluiting voor de duur van zes maanden is daarmee in overeenstemming. De rechtbank heeft terecht overwogen dat niet is gebleken van omstandigheden die ertoe leiden dat de burgemeester diende af te zien van het gebruik van zijn bevoegdheid dan wel aanleiding hadden moeten geven de duur van de sluiting te matigen. Dat het een eerste overtreding betrof en een gedeelte van de verdovende middelen boven de inrichting is aangetroffen, zoals [appellant] in dat kader ter zitting heeft aangevoerd, is daartoe onvoldoende.

Er is dus sprake van een handelshoeveelheid. De coffeeshop is terecht gesloten.

Zie LJN: BT6651.