Gerechtshof: hennepdrogerij leidt tot ontruiming huurwoning

In een huurwoning wordt door de politie een hennepdrogerij aangetroffen. De kantonrechter ontbindt daarom de huurovereenkomst en veroordeelt de huurder om de woning te ontruimen. De huurder stelt in hoger beroep dat hij slechts 5 hennepplanten voor eigen gebruik in de woning had. Dat de oogst van deze planten groot is, doet aan het eigen gebruik niets af.

Het gerechtshof geeft de huurder echter geen gelijk:

4.7 Het hof overweegt hierover het volgende. De vraag of [X.] strafrechtelijk vervolgd kan worden, zoals in het aangehaalde arrest van de Hoge Raad aan de orde was, is niet zonder meer dezelfde als de vraag of sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit een huurovereenkomst. In het algemeen wordt bij de beantwoording van deze laatste vraag aangenomen dat van bedrijfsmatige teelt van hennep die een dergelijke tekortkoming oplevert, sprake is wanneer het gaat om de teelt van meer dan de strafrechtelijk gedoogde hoeveelheid planten, dat wil zeggen meer dan vijf planten. In dit opzicht is er sprake van aansluiting bij de Aanwijzing Opiumwet in huurzaken. Dat betekent evenwel niet dat dit zonder meer kan worden omgekeerd, in die zin dat bij een teelt van vijf hennepplanten of minder nooit sprake kan zijn van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst.

4.8 [X.] heeft aangeboden te bewijzen dat de bij hem aangetroffen henneptoppen geheel afkomstig zijn van vier hennepplanten en dat hij de door hem geteelde hennep aan bekenden weggaf. Wanneer er veronderstellenderwijze van uitgegaan wordt dat de juistheid van deze stellingen zou komen vast te staan, leidt dit evenwel niet tot het door hem gewenste resultaat. Het kweken van hennep en het bewerken daarvan is in beginsel in strijd met de bestemming van een huurwoning en met de verplichting om het gehuurde als goed huurder te gebruiken, en daarmee derhalve een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst. De risico’s die zijn verbonden aan hennepkweek voor het gehuurde, voor de veiligheid van de omgeving van het gehuurde, voor het aantrekken van criminaliteit en het ontstaan van allerhande overlast mogen naar het oordeel van het hof inmiddels algemeen bekend verondersteld worden. Eveneens mag bekend worden verondersteld dat (met name) woningcorporaties op dit punt een stringent beleid zijn gaan voeren. Het aantreffen van een hennepkwekerij dan wel een hennepdrogerij levert daarom in beginsel een tekortkoming op die op grond van artikel 6:265 lid 1 BW leidt tot ontbinding van de huurovereenkomst tenzij de uitzondering van deze bepaling zich voordoet, namelijk dat de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. In dit geval is door de politie een in werking zijnde hennepdrogerij aangetroffen, naast verschillende spullen die bij hennepkwekerij worden gebruikt. [X.] heeft bij de politie verklaard dat hij zelf geen hennep gebruikt; in de onderhavige procedure heeft hij geen ander standpunt ingenomen. De aangetroffen hennep was kennelijk niet voor eigen gebruik bestemd, maar voor gebruik door anderen. Dat betekent dat de handelingen van [X.] zoals hij deze zelf beschrijft niet ten doel hadden in een eigen gebruik door middel van een hobbyachtige kweek en bewerking te voorzien. Wanneer dat laatste aan de orde is, kan naar het oordeel van het hof in het algemeen gesproken worden van een tekortkoming van geringe betekenis als bedoeld in artikel 6:265 lid 1 BW. Het in werking hebben van een drogerij ten behoeve van het gebruik van hennep door anderen, of dat nu wel of niet tegen betaling is, acht het hof een tekortkoming die niet in die categorie valt zodat de uitzondering van artikel 6:265 lid 1 BW in dit geval niet van toepassing is.

Zie LJN: BU5265