Vernietiging besluit demonstratieverbod Sinterklaasintocht 2017

De Stichting Nederland Wordt Beter wil demonstreren bij de Sinterklaasintocht in Dokkum op 18 november 2017. De demonstranten mochten in eerste instantie alleen demonstreren op de aangewezen demonstratielocatie, vanwege de vrees voor een verstoring van de openbare orde en wanordelijkheden. Op de dag van de intocht verbiedt de burgemeester echter de gehele demonstratie ter voorkoming van wanordelijkheden. Tegen dit besluit komt de stichting op.

De rechtbank overweegt als eerste dat de vrees voor wanordelijkheden als bedoeld in art. 2 Wet openbare manifestaties (Wom) gerechtvaardigd is. Hiertoe acht de rechtbank het van belang dat er zich in de mensenmenigte voetbalhooligans bevonden die mogelijk beschikten over zwaar vuurwerk. Het was voor de politie niet mogelijk om deze hooligans te lokaliseren. Daarnaast was er sprake van een snelwegblokkade op de A7. De bussen van de demonstranten werden tegengehouden en bekogeld. Er bestond volgens de rechtbank een reële vrees dat er op andere plekken snelwegblokkades zouden ontstaan.

Vervolgens onderzoekt de rechtbank of de burgemeester zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het belang van voorkoming van de wanordelijkheden het vorderde om de demonstratie te verbieden. Volgens de burgemeester was het verbieden van de demonstratie de enige manier om gewelddadige confrontaties te voorkomen. De rechtbank overweegt dat de burgemeester had moeten onderzoeken of er ook een minder ingrijpend middel voorhanden was dan een geheel verbod op de demonstratie. Zo had de burgemeester moeten onderzoeken of de demonstratie wellicht op een andere locatie had kunnen plaatsvinden. Hierdoor is het besluit van de burgemeester onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank vernietigt daarom het besluit van de burgemeester.

Rechtbank Noord-Nederland 21 februari 2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:762

De Stichting Nederland Wordt Beter wil demonstreren bij de Sinterklaasintocht in Dokkum op 18 november 2017. De demonstranten mochten in eerste instantie alleen demonstreren op de aangewezen demonstratielocatie, vanwege de vrees voor een verstoring van de openbare orde en wanordelijkheden. Op de dag van de intocht verbiedt de burgemeester echter de gehele demonstratie ter voorkoming van wanordelijkheden. Tegen dit besluit komt de stichting op.

Een noodbevel van de burgemeester is overigens aan te merken als een noodverordening en niet als een noodbevel. Dit heeft tot gevolg dat er geen bezwaar tegen kon worden gemaakt (zie Rechtbank Noord-Nederland 21 februari 2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:763).