Burgemeester pakt overlast in koopwoning aan door woning te sluiten. Welke mogelijkheid biedt 174a Gemeentewet?

overlastOverlast rondom koopwoningen lijkt een steeds urgenter probleem te worden. De grootste problemen doen zich (logischerwijs) voor in meergezinswoningen (zoals flats en appartementengebouwen). In het Woononderzoek 2012 van het CBS geeft 6 procent van de bewoners van een meergezinskoopwoning veel overlast te ondervinden van directe buren. 20 procent van de kopers in een meergezinskoopwoning zegt soms overlast te ondervinden. Van de kopers in eengezinswoningen geeft 3 procent aan veel overlast te ondervinden en 13 procent soms overlast. Ik schreef eerder dat de burgemeester staat veelal machteloos staat tegen overlastveroorzakers in koopwoningen. Een nieuwe uitspraak over de toepassing van artikel 174a Gemeentewet (de Wet Victoria) bevestigt deze stelling.

Een inwoner van Leeuwarden veroorzaakt veel overlast. Er is sprake van veel aanloop van bezoekers/dealers (ook in de nachtelijke uren), geluidsoverlast, scheldpartijen, ruzies, onveilige verkeerssituaties, vernielingen en “ongure” types die zorgen voor een onveilig gevoel. Er is sprake van een drugsgebruikerspand (‘junkenpand’)

De burgemeester dreigt na de vondst van drugs in de woning te sluiten. Hij besluit de bewoner echter nog een laatste kans te geven. De overlastveroorzaker blijft alleen overlast veroorzaken. Er is sprake van geluidsoverlast en de man accepteert geen hulp.

De burgemeester besluit daarop de woning op grond van artikel 174a Gemeentewet te sluiten. De voorzieningenrechter is het daarmee oneens. Op dit moment is de overlast niet dusdanig ernstig dat sprake is van een ernstige verstoring van de openbare orde:

De voorzieningenrechter is met verweerder van oordeel is dat het toenemen van de meldingen, het opnieuw bij de woning verschijnen van personen met een drugsgeschiedenis, het (in ieder geval tijdelijk) verbreken van de contacten met de hulpverlening en het niet langer binnenlaten van de buurtagent zorgelijk is. Ook acht de voorzieningenrechter het begrijpelijk dat verweerder en de omwonenden naar aanleiding van deze ontwikkelingen vrezen dat de situatie rond de woning opnieuw zo ernstig zal worden als in de periode vóór 24 september 2012. Vrees voor ernstige overlast is echter onvoldoende om te kunnen besluiten tot de sluiting van een woning. Artikel 174a, eerste lid, van de Gemeentewet geeft niet de bevoegdheid een woning preventief te sluiten. Dit betekent niet dat verweerder verzoeker opnieuw meerdere malen moet waarschuwen en moet wachten tot de situatie weer zo ernstig is als vóór 24 september 2012 alvorens hij kan overgaan tot sluiting van de woning. Het betekent wel dat daadwerkelijk (opnieuw) sprake moet zijn van zodanig ernstige overlast dat de openbare orde rondom de woning daardoor wordt verstoord. Dat daarvan sprake is, heeft verweerder naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet aannemelijk gemaakt.

De burgemeester mag volgens de voorzieningenrechter nu dus (nog) niet overgaan tot sluiting van de woning. Als de overlast aanhoudt, dan kan van sluiting wellicht wel sprake van zijn.

Deze uitspraak past in een groep uitspraken over 174a Gemeentewet die ik eerder op deze site besproken heb. Het blijkt uitermate lastig (misschien wel onmogelijk) om de bevoegdheid toe te passen. Het is de vraag of de burgemeester niet beter artikel 13b Opiumwet had kunnen toepassen, omdat sprake is van drugshandel in en rond de woning. Drugsdealers zijn vaak goed aan te pakken met de Opiumwet.

Ik concludeerde eerder al in mijn boek over woonoverlast dat artikel 174a Gemeentewet lastig is om te gebruiken: ‘Woonoverlast en het recht op privéleven. De aanpak van overlastveroorzakers in Nederland, Engeland, Wales en België’. Slachtoffers van woonoverlast staan daardoor veelal in de kou. Het is daarom mooi dat de Minister van Veiligheid en Justitie in oktober 2013 heeft toegezegd te onderzoeken of aanpassing van 174a Gemeentewet nodig is.