Kosten ontmanteling hennepkwekerij kunnen niet verhaald worden

Het college van b&w van Breda ontmantelt op grond van de Woningwet een hennepkwekerij en wil de kosten verhalen op de eigenaar van het pand. De eigenaar zegt dat hij geen overtreder is aangezien hij het pand verhuurde en geen weet had van de hennepkwekerij. Dat betoog slaagt. De ABRvS acht hier kostenverhaal op de eigenaar niet mogelijk.

De Afdeling overweegt:

2.2.3. Ter zitting van de rechtbank is gebleken dat [wederpartij] de woning heeft onderverdeeld in een winkelpand op de benedenverdieping en een bovenwoning en deze apart van elkaar te huur aanbiedt. [wederpartij] verhuurt geen andere woningen. De activiteiten van [wederpartij] zijn niet van een zodanige omvang dat hij als professioneel verhuurder moet worden aangemerkt. Anders dan het college betoogt, heeft de rechtbank [wederpartij] dan ook terecht aangemerkt als niet-professionele verhuurder. Gelet hierop heeft zij, anders dan het college betoogt, terecht overwogen dat aan de administratie van [wederpartij] in dit geval niet dezelfde eisen gesteld worden als aan de administratie van een professionele verhuurder.

In het huurcontract is aangegeven dat [huurder] bij het aangaan van de huurovereenkomst aan [wederpartij] een “Bewijs van vermissing identiteitsbewijs” heeft getoond. Dit bewijs is uitgegeven door de politie te Turnhout, België. In de aanhef van het huurcontract is tevens aangegeven dat [wederpartij] van [huurder] voor 1 augustus 2008 een kopie legitimatiebewijs zal ontvangen. Aan deze verplichting heeft [huurder] niet voldaan. De rechtbank heeft echter terecht geoordeeld dat [wederpartij] desondanks niet als overtreder kan worden aangemerkt. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat [wederpartij] enkele weken voor de ontdekking van de hennepkwekerij in de bovenwoning aanwezig is geweest om een dakraam te vervangen. Bij dat bezoek heeft [wederpartij], naar hij onweersproken heeft gesteld, in de woning geen hennepkwekerij aangetroffen. Eveneens wordt in aanmerking genomen dat de zoon van [wederpartij] na ontdekking van de hennepkwekerij direct de politie heeft gewaarschuwd. Voorts is van belang dat de betaling van de huurpenningen, naar [wederpartij] ter zitting aannemelijk heeft gemaakt, per bank plaatsvond en dat de aanwezigheid van de hennepkwekerij pas na ontdekking daarvan uit de energienota’s viel af te leiden. De omstandigheid dat [wederpartij] niet beschikte over een verhuurdersverklaring die strekt tot inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie, is onvoldoende voor het oordeel dat [wederpartij] geen sluitende administratie voerde, nu – hetgeen ter zitting door het college ook is erkend – er geen wettelijke verplichting bestaat op grond waarvan een verhuurder verplicht is om zorg te dragen voor inschrijving van een huurder in de gemeentelijke basisadministratie. Voorts is ter zitting door [wederpartij] onweersproken gesteld dat hij bij de gemeente heeft geïnformeerd naar de inschrijving van [huurder] in de gemeentelijke basisadministratie, maar dat deze informatie hem niet is verstrekt.

Zie LJN: BW4516.