Ontruiming huurwoningen wegens woonoverlast

Een verhuurder vordert ontruiming van de huurovereenkomst wegens overlastgevende gedragingen van de huurder. De voorzieningenrechter overweegt:

“De voorzieningenrechter overweegt dat is gebleken dat gedaagde het gehuurde erg verwaarloost. De woning en de tuin zijn een enorme rotzooi, zoals blijkt uit de door eiseres in het geding gebrachte foto’s. De sommaties van eiseres aan gedaagde hieromtrent heeft gedaagde naast zich neergelegd. Daarnaast is het aannemelijk dat gedaagde de woning aan derden in gebruik heeft afgegeven. De voorzieningenrechter is van oordeel dat gedaagde in strijd met de huurovereenkomst, de algemene huurvoorwaarden en de bijzondere bedingen handelt. Zijn handelen levert een zodanige ernstige tekortkoming op in de nakoming van zijn verplichting zich als een goed huurder te gedragen dat de door eiseres gevorderde maatregel naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook gerechtvaardigd is. De voorzieningenrechter zal de vordering tot ontruiming derhalve toewijzen. Hierbij passeert de voorzieningenrechter het verzoek van gedaagde om hem tot 1 september 2010 de tijd te geven andere woonruimte te vinden. Gedaagde heeft immers reeds lang de tijd gehad om de situatie te verbeteren en zijn verplichtingen als huurder na te komen.”

De vordering van de verhuurder wordt toegewezen.

Zie LJN: BN0560

Geluidsoverlast

In een andere zaak vordert een verhuurder ontruiming van de huurwoning wegens door de huurder veroorzaakte geluidsoverlast. De huurder draait harde muziek, zingt hard mee en schreeuwt tegen haar (huilende) kinderen. Het Gerechtshof Arnhem overweegt:

“Het hof acht derhalve voorshands voldoende aannemelijk geworden dat [geïntimeerde] veelvuldig heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 6.6 van de tot de huurovereenkomst behorende Algemene Voorwaarden. Nu [geïntimeerde] ter zake bij herhaling door Woonborg is aangesproken en gewaarschuwd, rechtvaardigt haar gedrag in beginsel toewijzing van de door Woonborg gevorderde ontruiming van de woning aan het [adres].”

Het Hof stelt echter een voorwaarde aan de mogelijkheid van ontruiming. In het belang van de kinderen moet een andere woning worden aangeboden:

“In het kader van de in dit kort geding aan de orde zijnde belangenafweging moet echter ook het belang van de vijf kinderen aan de zijde van [geïntimeerde] meewegen, nu zij bij toewijzing van de gevorderde voorzieningen op straat dreigen te komen staan. In dat licht bezien acht het hof het noodzakelijk dat Woonborg [geïntimeerde] een andere vergelijkbare woning binnen haar verzorgingsgebied aanbiedt, teneinde [geïntimeerde] en haar gezin nog een nieuwe kans te bieden.”

Zie LJN: BN0338.