Ruzie tussen buren leidt tot ontbinding huurovereenkomst van beide buren

Buren hebben ruzie met elkaar. De zoon van de ene buur is getrouwd geweest met de dochter van de andere buur. Er vinden vechtpartijen plaats. De verhuurder stapt naar de kantonrechter om de huurovereenkomsten van beide buren te laten ontbinden. De kantonrechter wijst deze vorderingen toe. Een van de gezinnen stapt naar het gerechtshof. Het hof overweegt:

Naar het oordeel van het hof volgt uit de stellingen van partijen, het overgelegde – niet uitputtende – overzicht politieregistraties, de overgelegde processen-verbaal van aangifte van de incidenten in februari 2010 en de mutaties van de politie uit februari 2010, dat in de periode van 2006 tot 2010 sprake is geweest van tal van bedreigingen, beledigingen en mishandelingen tussen [appellant] en de buren. Uit de mutaties volgt bijvoorbeeld dat de politie heeft waargenomen dat in februari 2010 beide gezinnen elkaar op straat aan het uitschelden waren. Uit de aangiftes van de buren volgt onder meer dat leden van het gezin van [appellant] in februari 2010 de deur van de buren zouden hebben beschadigd en dat er bij de buren een ruit zou zijn vernield. Hoewel er voldoende aanwijzingen zijn (mede gezien de nog openstaande strafzaken en de overgelegde foto’s) dat de buren zich bij deze incidenten niet onbetuigd hebben gelaten, zijn er eveneens voldoende aanwijzingen dat [appellant] in de periode van 2006 tot 2010 zich (mede)schuldig heeft gemaakt aan bedreigingen, beledigingen en mishandelingen van de buren alsmede vernielingen en daarmee overlast voor omwonenden heeft veroorzaakt. Het veroorzaken van overlast is geen goed huurderschap, zodat sprake is van een tekortkoming van [appellant] jegens Haag Wonen.

7. Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis, geeft op grond van artikel 6:265 BW, de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden, tenzij de tekortkoming deze gevolgen niet rechtvaardigt. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet het hof geen aanleiding om aan te nemen dat Haag Wonen – ondanks de tekortkoming van [appellant] – de overeenkomst niet zou mogen ontbinden. Hoewel de ontbinding grote gevolgen heeft voor [appellant], is van belang dat de incidenten zich gedurende lange tijd hebben voorgedaan en dat deze, zo blijkt uit de overgelegde stukken, grote indruk hebben gemaakt op (in ieder geval) de buren. Ook speelt een rol dat de incidenten (naar hun aard) uitstraling hebben op de omgeving met andere woningen van Haag Wonen en dat als gevolg van de incidenten eigendommen van Haag Wonen beschadigd zijn geraakt. Het is de eigen verantwoordelijkheid van [appellant] om zich als een goed huurder te gedragen en incidenten te voorkomen. Dat [appellant] al meer dan twintig jaar in de woning woont en met de overige buren een goede band heeft, doet niet af aan zijn plicht om ook in zijn relatie met de buren overlast en schade te voorkomen.

De huurovereenkomst is terecht ontbonden.

Zie LJN: BR4887.