Buurman vordert voorlopig met succes verbod op geluidsoverlast school gehandicapte kinderen

Een buurman van een opvang voor zwaar gehandicapte kinderen heeft veel last van het geschreeuw, gegil, gejammer en gekreun van de kinderen. Zijn woongenot wordt hem ontnomen en hij stapt naar de burgerlijke rechter. De voorzieningenrechter treft een ordemaatregel en verbiedt de opvang om de kinderen de speelplaats te laten gebruiken op andere tijdstippen dan tussen 10:00 en 11:45 en 13:00 en 14:45.

De rechter overweegt:

2.1.  De vorderingen van [eisers] zijn gebaseerd op de stelling dat Aveleijn, meer specifiek haar locatie kinderdagcentrum ‘De Toermalijn’ te Hengelo, ex artikel 5:37 juncto artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek (BW) onrechtmatig handelt jegens [eisers]. Reeds de enkele stelling van [eisers] dat zij thans hinder ondervinden van de geluiden die de (verstandelijk gehandicapte) kinderen (hierna: de kinderen) bij De Toermalijn produceren, rechtvaardigt het vorderen van een voorlopige voorziening in kort geding. [Eisers] hebben een spoedeisend belang bij hun vorderingen.

2.2.  Ter toelichting hebben [eisers] gesteld dat zij geluidsoverlast ondervinden omdat de kinderen, die dagelijks – met uitzondering van de zondag – tussen 09:00 uur en 15:30 uur worden opgevangen bij de Toermalijn, doorgaans van 09:30 uur tot 12:00 uur en van 13:00 uur tot 15:30 uur buiten verblijven, waarbij zij zich impulsief schreeuwend, gillend, jammerend en/of kreunend uiten. Op deze wijze wordt hen in toenemende mate het woongenot ontnomen, aldus [eisers]. Aveleijn heeft zich hiertegen gemotiveerd verweerd. Op die weren zal zo nodig later worden ingegaan.

2.3.  De voorzieningenrechter ziet zich gesteld voor de vraag of [eisers] als directe buren van De Toermalijn hinder ondervinden van het geluid van de kinderen en zo ja, of De Toermalijn door het handhaven van het ‘buitenbeleid’ onrechtmatig handelt jegens [eisers]. Of De Toermalijn onrechtmatig handelt jegens [eisers], hangt af van de aard, de ernst en de duur van de hinder voor [eisers] alsmede van de omvang van de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval.

2.4.  De beslissing is na de eerste mondelinge behandeling aangehouden in afwachting van verder en nader overleg tussen partijen en de gemeente Hengelo. Gebleken is dat een vergelijk niet tot de mogelijkheden behoorde, reden waarom een voortgezette mondelinge behandeling is bepaald. De voorzieningenrechter heeft ook thans nog onvoldoende inzicht gekregen in de mate en ernst waarin [eisers] feitelijk hinder ondervinden van het geluid van de kinderen bij de Toermalijn. Om die reden lijkt, voorshands oordelend en indachtig wat daarover met partijen ter zitting is besproken en afgesproken, een deskundigenonderzoek geïndiceerd, dat zal moeten plaatsvinden aan de hand van objectieve criteria en op de, in dit soort situaties, gebruikelijke wijze. Partijen zullen zelf in gezamenlijk overleg een deskundige aanzoeken. Partijen hebben ter zitting verklaard dat zij er vanuit gaan dat de gemeente Hengelo blijft bij haar – in het kader van het minnelijke overleg gedane – toezegging dat zij de kosten van een dergelijk deskundigenonderzoek zal betalen. Ter zitting hebben partijen verklaard zich te kunnen vinden in deze aanpak en procedure.

2.5.  Er zal, na binnenkomst van het deskundigenbericht, een voortgezette mondelinge behandeling plaatsvinden. Deze wordt bepaald op dinsdag 8 januari 2013 om 14:00 uur. In afwachting daarvan, acht de voorzieningenrechter in de onderhavige omstandigheden een voorlopige ordemaatregel aangewezen, een en ander zoals hierna wordt bepaald.
De voorzieningenrechter heeft daarbij zowel de belangen van partijen als de belangen van de kinderen meegewogen, waarbij hij tevens rekening heeft gehouden met de (mate van) complexiteit van de beperking van de kinderen.

Zie LJN: BY2574.