Buren moeten fontein uitzetten wegens geluidsoverlast voor buurvrouw

Een vrouw klaagt over geluidsoverlast van een fontein uit de vijver van de buren. De fontein spuit een straal water omhoog en dit water klettert op het wateroppervlakte. De buren stellen dat de vrouw hypergevoelig is voor geluidsoverlast. Zij klaagt namelijk ook over een zwiepende boom en geurhinder door de afvoer van kookluchten. De klaagende vrouw start een procedure op grond van artikel 5: 37 van het Burgerlijk Wetboek.

De voorzieningenrechter overweegt het volgende over de geluidsoverlast:

De voorzieningenrechter stelt voorop dat een geluid door verschillende mensen heel verschillend kan worden ervaren. Het feit dat gedaagden het geluid van hun fontein prettig vinden betekent niet dat anderen dit ook (moeten) vinden. De voorzieningenrechter komt gezien de aard van de fontein en de ter zitting vertoonde filmopname tot het voorlopig oordeel dat de fontein van gedaagden een zodanig geluid maakt dat dit hinder veroorzaakt die buren niet in onbeperkte omvang van elkaar behoeven te dulden.
Verder zijn de volgende omstandigheden van belang. Gedaagden werken allebei overdag en zijn dan elders; hun drie kinderen zijn wegens school of studie overdag ook overwegend afwezig. Eiseres werkt daarentegen overdag thuis.
Eiseres heeft gesteld dat voor zover het doel van de fontein is de vijver van zuurstof te voorzien, hiervoor ook alternatieven beschikbaar zijn die geen geluid maken, hetgeen door gedaagden niet is betwist.

4.6.  De voorzieningenrechter acht gezien de aanwezigheid van alternatieven het inschakelen van de fontein door gedaagden terwijl zij zelf niet aanwezig zijn onaanvaardbaar. Ook de mate waarin deze ingeschakeld wordt op de momenten dat gedaagden zelf wel in de woning verblijven moet beperkt blijven. Gezien het voorafgaande zal de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen die rekening houdt met enerzijds het recht van gedaagden om in hun tuin een fontein te hebben en daarvan te genieten, anderzijds het recht van eiseres om gevrijwaard te blijven van onnodige geluidshinder.

De voorzieningenrechter komt met de volgende (m.i. erg strenge!) oplossing om de geluidsoverlast te beperken:

4.8.  Gedaagden zullen worden veroordeeld het gebruik van de fontein te staken op werkdagen, met uitzondering van de periode van 17.00 uur tot 19.00 uur en op zaterdagen, zon- en feestdagen, met uitzondering van een periode van vier uur tussen 14.00 uur en 19.00 uur. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt.

De overige vorderingen wijst de rechter af.

Zie LJN: BQ3319.