Huurwoning ontruimd na overlast en vondst vuurwerk (mortierbommen)

Een gezin veroorzaakt veel overlast in en rond hun huurwoning. In de woning zijn bovendien zestig mortierbommen aangetroffen. De wethouder en ambtenaren verklaren bij de rechter dat de overlast zeer ernstig is. De voorzieningenrechter beveelt de huurder de woning te ontruimen:

4.5.  Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is op basis van de door de Wooncompagnie in het geding gebrachte producties voldoende aannemelijk dat rond de woning van [gedaagde] sprake is van overlast in de door de Wooncompagnie gestelde zin en omvang. De vraag of [gedaagde] daarvoor verantwoordelijk kan worden gehouden kan op grond van het navolgende in het midden blijven.

4.6.  Na het incident in de nacht van 26 of 27 november 2011 zijn door de politie in de woning zestig mortierbommen aangetroffen. Mortierbommen zijn een zeer zwaar en gevaarlijk soort vuurwerk dat in Nederland niet aan particulieren mag worden verkocht. Blijkens een persbericht van het arrondissementsparket Haarlem d.d. 29 november 2011 is met het aanwezig hebben van de mortierbommen het vuurwerkbesluit overtreden.

4.7.  Het hebben van een grote hoeveelheid zwaar en illegaal vuurwerk in de woning levert naar het oordeel van de voorzieningenrechter een zodanig ernstige tekortkoming op in de nakoming van de verplichting zich als een goed huurder te gedragen, dat aannemelijk is dat de huurovereenkomst in een bodemprocedure zal worden ontbonden. [Gedaagde] heeft nog aangevoerd dat zij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de aanwezigheid van de mortierbommen in de woning, omdat haar zoon het vuurwerk buiten haar medeweten in de woning heeft gebracht. Dit verweer wordt verworpen. Op grond van artikel 7:219 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is [gedaagde] immers jegens de Wooncompagnie op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk voor de gedragingen van hen die met haar goedvinden het gehuurde (mede) gebruiken.

4.8.  Gelet op de risico’s waaraan de omwonenden zijn blootgesteld door de aanwezigheid van de mortierbommen in de woning kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter van de Wooncompagnie niet worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht. De voorzieningenrechter acht de gevorderde ontruiming dan ook gerechtvaardigd. Wel zal aan [gedaagde] een iets ruimere ontruimingstermijn worden gegund dan de gevorderde twee dagen.

Zie LJN: BV2071.