Ontbindingsverzoek wegens wangedrag huurder niet succesvol

Een huurder vervuilt zijn woning en mishandelt een medewerker van de GGD. Hij wordt vervolgens gedwongen opgenomen in een Psychiatrisch Ziekenhuis (BOPZ). Na zijn terugkeer vinden geen incidenten meer plaats. De verhuurder vordert ontbinding van de huurovereenkomst. De voorzieningenrechter overweegt:

“Juist is, zoals Zo Wonen betoogt, dat een tekortkoming in de nakoming van een voortdurende verplichting met zich brengt dat deze weliswaar in de toekomst alsnog kan worden nagekomen, maar dat daarmee de tekortko-ming in het verleden niet meer ongedaan gemaakt kan worden en nakoming derhalve niet meer mogelijk is, maar dat zou betekenen dat geen enkele partij die tekortschiet in de nakoming van een overeenkomst, in de ge-legenheid gesteld zou kunnen worden om die tekortkoming op te heffen en die overeenkomst alsnog op correcte wijze na te komen. Voor de beantwoording van de vraag of de tekortkoming een ontbinding van de overeen-komst rechtvaardigt, zijn alle omstandigheden van belang. Daarbij speelt mede een rol dat het gaat om de pri-maire levensbehoeften van [gedaagde] en een ontbinding van de huurovereenkomst een ingrijpende maatregel is.

Naar het oordeel van de kantonrechter is sprake van bijkomende omstandigheden. Onweersproken is immers vast komen te staan, zij het achteraf, dat [gedaagde] ten tijde van de ernstige misdragingen lijdende was aan een psychose en dat hij daardoor zijn gedragingen niet steeds in de hand had. Daarbij komt dat de medewerker van Zo Wonen blijkens het proces-verbaal van verhoor van politie d.d. 20 januari 2010 wist dat [gedaagde] een psychia-trisch verleden had en dat [gedaagde] in Welterhof opgenomen was geweest. In dat verband is overigens onduidelijk op grond waarvan Zo Wonen er voor gekozen had om bij gelegenheid van het huisbezoek assistentie te vragen van een medewerker van de GGD. De omstandigheid dat [gedaagde] lijdende was aan een psychose als gevolg waarvan hij zijn gedragingen niet steeds in de hand had, rechtvaardigt zijn misdragingen niet, maar die kunnen hem niet althans in mindere mate worden toegerekend.

Vóór 19 januari 2010 hebben zich kennelijk geen, laat staan ernstige, incidenten voorgedaan en na 19 januari 2010 evenmin. De ernstige misdraging op 19 januari 2010 is derhalve een eenmalig incident geweest. Volgens [gedaagde] is er na zijn gedwongen opname sprake van ziektebesef en ziekte-inzicht en krijgt hij sindsdien intensieve begeleiding. Het lijkt er derhalve op dat de kans op herhaling van misdragingen van [gedaagde] erg klein is.

Gelet op alle vorenvermelde omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat de gestelde tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst een ontbinding thans niet rechtvaardigt. Dat zal mogelijk anders zijn in het geval [gedaagde] zich onttrekt aan de begeleiding door Orbis Geestelijke Gezondheids Zorg.

Al het vorenstaande betekent dat de vorderingen van Zo Wonen afgewezen zullen worden.”

Zie LJN: BO5220.