Overlast kinderdagverblijf door gemeente geweerd met bestemmingsplan

Het college van b&w weigert een ontheffing van het bestemmingsplan te verlenen voor de vestiging van een kinderdagverblijf in een woonhuis:

Bij brief van 8 december 2009 heeft eiseres aan verweerder verzocht medewerking te verlenen aan een ontheffing op grond van artikel 3.23 Wet ruimtelijke ordening (Wro) voor de bedrijfsmatige opvang van maximaal 12 kinderen op het perceel [adres] te Soest (hierna: het perceel). Blijkens het voorstel tot besluit van 31 mei 2010 was verweerder aanvankelijk voornemens om medewerking te verlenen aan het verzoek van eiseres. Dit voornemen heeft vanaf 24 juni 2010 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Na binnenkomst van een tweetal zienswijzen heeft verweerder het nadere standpunt ingenomen dat onvoldoende rekenschap was gegeven aan het feit dat zich aan één kant van het perceel wel degelijk buren bevinden en dat het een twee-onder-een-kapwoning betreft. De bedrijfsmatige opvang van 12 kinderen maakt volgens verweerder een onevenredige inbreuk op de woonbestemming van de [adres], zijnde de woning van [belanghebbenden]. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de door eiseres gevraagde ontheffing van het bestemmingsplan geweigerd.

Omwonenden hebben geklaagd over de te verwachten overlast van het kinderdagverblijf:

In de ingediende zienswijzen is kort samengevat naar voren gebracht dat sprake is van (geluids)overlast van de kinderen die worden opgevangen door het gastouderbureau, dat het aantal verkeersbewegingen bij een toename van het aantal kinderen (van zes naar twaalf) nog verder zal toenemen, en dat door de realisatie van parkeerplekken in de voortuin stankoverlast wordt veroorzaakt. Stichting de Alliantie heeft als eigenaar en verhuurder van de [adres] en van diverse andere omringende woningen, in het bijzonder naar voren gebracht dat één van haar hoofdverplichtingen is het verschaffen van het rustige woongenot aan haar huurders.

De rechtbank gaat akkoord met de weigering van de ontheffing van het bestemmingsplan:

De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid een groter gewicht heeft mogen toekennen aan het meer algemene belang van een ongestoord woongenot dan aan het belang van eiseres. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat de opvang van 12 kinderen te zeer afbreuk doet aan de (op het naastgelegen perceel gegeven) woonbestemming en in redelijkheid de ontheffing kunnen weigeren.

Zie LJN: BR0220.