Huurovereenkomsten ontbonden wegens hennepteelt

De rechtbank van Breda en Almelo ontbinden in november 2009 huuroverkomsten wegens de aanwezigheid van hennepkwekerijen in woningen.  Deze kwekerijen veroorzaken stankoverlast. Rondom de woning hangt een sterke wietlucht. De rechtbank Breda overweegt het volgende:

‘Allee Wonen [de verhuurder] heeft gesteld dat de enkele aanwezigheid van 9 kilo hennep en 2 kilo hasj in de woning van [gedaagde] al een voldoende reden voor ontbinding is, maar daarin volgt de kantonrechter Allee Wonen niet. Ook al kan Allee Wonen worden toegegeven dat het hier om een aanzienlijke hoeveelheid verdovende middelen gaat, dit enkele feit kan naar het oordeel van de kantonrechter nog niet leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst. Het woonrecht van een huurder is een vitaal recht en de kantonrechter vindt dat recht van [gedaagde] in die situatie zwaarder wegen. Wil er dan ook sprake zijn van een ontbinding rechtvaardigende tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] dan dienen er in ieder geval bijkomende omstandigheden, zoals handelsactiviteiten, gevaarzetting en/of overlast, aanwezig te zijn. Daarvan is in dit geval sprake.’

Zie BK4892 en BK4850.

Het was voor de verhuurder makkelijker geweest als het college van burgemeester en wethouders de woningen (kort) hadden gesloten op grond van artikel 97 Woningwet. Daarmee ontstaat, op grond van artikel 7:231 lid 2 BW, de mogelijkheid tot ontbinding van de huurovereenkomst zonder rechterlijke tussenkomst.